Programma­begroting 2023

menu

Toelichting financiële positie

Uitgangspunten voor de (meerjaren)begroting

Bij het opstellen van de begroting 2023 en de meerjarenramingen 2024 tot en met 2026 is van het volgende uitgegaan:

Aantallen inwoners en woningen

2023

2024

2025

2026

Aantal inwoners per 1 januari

49.740

49.940

50.140

50.340

Uitbreiding aantal inwoners

200

200

200

200

Aantal woningen per 1 januari

24.244

24.744

25.114

25.324

Uitbreiding aantal woningen

500

370

210

150

Inflatiecorrectie budgetten

(mutaties zijn ten opzichte van de ramingen van het voorgaande jaar).

Budgetten

2023

2024

2025

2026

Prijsverhogingen/inflatiecorrectie

2,30%

2,40%

2,40%

1,90%

Loonkostenstijging

3,60%

4,20%

4,10%

3,90%

Subsidies

2,95%

3,30%

3,25%

2,90%

Gemeenschappelijke regeling (VZG-norm)

2,70%

2,70%

2,70%

2,70%

Rente nieuwe investeringen

3,00%

3,00%

3,00%

3,00%

Rente grondbedrijf

1,60%

1,60%

1,60%

1,60%

Verhoging tarieven belastingen

2,95%

3,30%

3,25%

2,90%

Verhoging tarieven overige inkomsten

2,95%

3,30%

3,25%

2,90%

Personeelslasten

Bij de raming van de loonkosten 2023 is uitgegaan van de salarislasten per april 2021 obv de laatste cao. Daarnaast is rekening gehouden met een extra verwachte loonontwikkeling van 2,3% op basis van de meicirculaire 2023 (loonvoet sector overheid).

Prijsstijgingen

In de begroting 2023 is voor het bestaande beleid een algemene prijsaanpassing verwerkt van 2,3% ten opzichte van de ramingen uit de vorige begroting. Dit percentage is gebaseerd op de ontwikkeling van van de Prijs Overheidsconsumptie, netto materieel, zoals genoemd in de meicirculaire 2020.

Subsidies

Met ingang van 2023 worden de subsidies weer te geïndexeerd. Als inflatiecorrectie voor de subsidies wordt uitgegaan van het gemiddelde van de inflatiecijfers van de verwachte loon- en prijsontwikkeling.

Gemeenschappelijke regelingen

Jaarlijks stelt de VZG een richtlijn op met een percentage voor de toegestane inflatiecorrectie op de gemeentelijke bijdrage aan gemeenschappelijke regelingen. Voor de begroting is dat 2,7%. Dit percentage wordt ook aangehouden voor de overige jaren van de periode van de meerjarenbegroting.

Rentelasten

Voor investeringen die in het begrotingsjaar zullen plaatsvinden wordt rekening gehouden met een rente van 3,0%.

Grondbedrijf

Voor de toerekening van rente aan in exploitatie genomen grondcomplexen geldt een in het BBV voorgeschreven methode van rentetoerekening. Het aan het grondbedrijf toe te rekenen rentepercentage dient gelijk te zijn aan het gemiddelde rentetarief van de totale gemeentelijke leningportefeuille.

Tarieven belastingen en overige inkomsten

Voor verhoging van deze tarieven wordt uitgegaan van het gemiddelde van de inflatiecijfers van de verwachte loon- en prijsontwikkeling.

Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen

Conform het BBV dienen eventuele reserveringen ten aanzien van vakantiegeld en –dagen niet te worden verantwoord als sprake is van zogenaamde arbeidsgerelateerde verplichtingen van gelijkblijvend niveau. Ten aanzien van de reservering vakantiedagen dient echter in het geval van een eventueel stuwmeer/spaarverlof wel een schuld opgenomen te worden op basis van artikel 44, lid 1a, BBV.

Investeringen

In de begroting wordt uitgegaan van een stand van de geactiveerde investeringen van circa 189 miljoen. Dit bedrag is inclusief ongeveer €39 miljoen dat is geïnvesteerd in projecten van het Grondbedrijf. Het bedrag van de geactiveerde investeringen genereert een kapitaallast van ruim 11,4 miljoen.

Financiering

Om investeringen te kunnen doen moet de gemeente in de meeste gevallen geld lenen. Voor wordt uitgegaan van een lening schuld van ca. 114 miljoen. Het komende 3 jaren zal de schuld van de gemeente naar verwachting gelijk blijven en in in het laatste begrotingsjaar dalen met tot ruim 101 miljoen op 31 december 2026. Het gelijk blijven van deze schuld komt vooral door de verwachte grondverkopen en afname van boekwaarde van de bezittingen. Daar staat tegen over dat het college voornemes is een eigen Middelburgs Investeringsfonds op te zetten ter waarde van circa 45 miljoen. Dit resulteert in structurele kapitaallasten oplopend van een half miljoen euro in 2023 naar 2 miljoen euro in 2026. Dit geld is bedoeld om de grote opgaven op te kunnen pakken zoals die in de Middelburgse Omgevingsvisie 2050 worden benoemd. Naast de leningen voor de gemeente is er nog ruim 5 miljoen aan leningschuld dat is doorgeleend aan derden.

Balans per 31 december

Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten legt de verplichting op om in de begroting een geprognotiseerde balans op te nemen.

T-2

T-1

T

T+1

T+2

T+3

Activa

31-12-2021

31-12-2022

31-12-2023

31-12-2024

31-12-2025

31-12-2026

(im) Materiële vaste activa

146.993

139.398

144.094

146.551

152.657

162.150

Financiële vaste activa: Kapitaalverstrekkingen

1.274

1.274

1.274

1.274

1.274

1.274

Financiële vaste activa: Leningen

4.290

4.290

4.290

4.290

4.290

0

Financiële vaste activa: Uitzettingen > 1 jaar

5.689

5.689

5.679

5.669

5.658

5.648

Totaal Vaste Activa

158.246

150.651

155.337

157.784

163.880

169.072

Voorraden: Onderhanden werk & Overige grond- en hulpstoffen

67.396

54.071

34.438

29.307

26.501

14.148

Voorraden: Gereed product en handelsgoederen & vooruitbetalingen

19

19

19

19

19

19

Uitzettingen <1 jaar

3.848

2.800

2.800

2.800

2.800

2.800

Liquide middelen

18

10.040

40

40

40

40

Overlopende activa

15.107

15.000

15.000

15.000

15.000

15.000

Totaal Vlottende Activa

86.388

81.930

52.297

47.166

44.360

32.007

Totaal Activa

244.634

232.581

207.634

204.950

208.240

201.079

Passiva

31-12-2021

31-12-2022

31-12-2023

31-12-2024

31-12-2025

31-12-2026

Eigen vermogen

47.852

54.468

56.185

50.189

51.653

55.503

Voorzieningen

20.213

16.363

16.811

17.009

17.049

17.605

Vaste schuld

157.474

139.565

113.793

114.437

118.724

101.183

Totaal Vaste Passiva

225.539

210.396

186.789

181.635

187.426

174.291

Vlottende schuld

7.558

10.185

8.845

11.315

8.814

14.788

Overlopende passiva

11.048

12.000

12.000

12.000

12.000

12.000

Totaal Vlottende Passiva

18.606

22.185

20.845

23.315

20.814

26.788

Totaal Passiva

244.145

232.581

207.634

204.950

208.240

201.079

Toelichting op de balans

(Im)materiële vaste activa

Onder de materiële vaste activa vallen de gronden en terreinen, (bedrijfs)gebouwen, grond-, weg- en waterbouwkundige werken, vervoervoermiddelen, machines en overige activa. De afname van de materiele vaste activa wordt veroorzaakt door de reguliere afschrijvingen. Hier worden ook de strategische gronden (grondbedrijf) verantwoord.

Financiële vaste activa

Deze categorie bestaat uit verstrekte geldleningen en deelnemingen aan andere organisaties.

Voorraden

Dit betreft voornamelijk de in exploitatie genomen grondcomplexen. Indien een verlies op een exploitatie wordt verwacht, vindt correctie plaats door middel van vorming van een voorziening die wordt gevormd op contante waarde waarbij de disconteringsvoet gelijk is een het maximale meerjarig streefpercentage van de Europese Centrale Bank voor de inflatie binnen de Eurozone. Dit is 2%.

Eigen vermogen (reserves) en voorzieningen

Een specificatie van het verwachte verloop van de reserves en voorzieningen is opgenomen aan het eind van dit hoofdstuk.

Vaste schuld

Dit betreft de door de gemeente aangetrokken langlopende geldleningen. De afname in de verdere jaren wordt met name veroorzaakt doordat de grondpositie afneemt op basis van de het basisscenario van de doorrekening grondbedrijf.

Stand van zaken Reserves en Voorzieningen

Het belangrijkste verschil tussen reserves en voorzieningen is dat de raad bij de reserves een grote mate van vrijheid heeft om de bestemming van de reserves te wijzigen. Zolang de gemeenteraad de bestemming van geoormerkt geld kan veranderen is er sprake van een bestemmingsreserve. De reserves worden dan ook gerekend tot het eigen vermogen van de gemeente.

Bij voorzieningen ligt de besteding vast, en is er sprake van concrete verplichtingen. Voorzieningen worden gerekend tot het vreemde vermogen van de gemeente. In onderstaande tabel wordt de stand en het verloop van de reserves en voorzieningen weergegeven.

Overzicht reserves en voorzieningen

(bedragen x 1.000)

Saldo 31 december 2022

Rente toev.

Overige toev.

Onttrek.

Saldo 31 december 2023

Rente toev.

Overige toev.

Onttrek.

Saldo 31 december 2024

Reserves

Algemene Reserve

27.776

864

511

28.129

836

7.780

21.185

Reserve Transitoria

0

0

0

Reserve Grondbedrijf

12.401

3.336

15.737

3.036

18.773

Afschrijvingsreserve

3.586

197

3.389

197

3.192

Reserve Nieuwbouw Bibliotheek

6

2

6

2

2

0

Reserve Participatiefonds

11

4

7

2

5

Reserve Reconstructie wegen

0

0

0

Reserve GBE aqua B.V.

5.007

5.007

5.007

Reserve Klimaatgelden

3.609

3.350

259

259

Reserve Decentralisaties

2.072

2.883

1.300

3.655

1.887

1.768

Totaal

54.468

2

7.083

5.368

56.185

0

3.872

9.868

50.189

Voorzieningen

Voorziening Wethouderspensioenen

5.727

265

144

5.848

270

147

5.971

Voorziening Wachtgelden

654

249

405

249

156

Voorziening Onderhoud gebouwen

3.041

2.439

1.872

3.608

2.476

2.403

3.681

Voorziening Onderhoud Civiele kunstwerken

1.327

458

349

1.436

465

214

1.687

Voorziening Familiegraf Polak

5

5

5

Voorziening Rioolbeheer

0

0

0

Voorziening precario Enduris

5.095

5.095

5.095

Voorziening Grondbedrijf

4.690

744

3.946

467

3.479

Voorziening Dubieuze debiteuren Soc. Zaken

48

48

48

Voorziening Dubieuze debiteuren

840

116

175

781

116

175

722

Voorziening Tariefstelling afvalstoffenheffing

514

100

414

414

Totaal

21.941

0

3.278

3.633

21.586

0

3.327

3.655

21.258

Totaal reserves en voorzieningen

76.409

2

10.361

9.001

77.771

0

7.199

13.523

71.447

(bedragen x 1.000)

Saldo 31 december 2024

Rente toev.

Overige toev.

Onttrek.

Saldo 31 december 2025

Rente toev.

Overige toev.

Onttrek.

Saldo 31 december 2026

Reserves

Algemene Reserve

21.185

150

21.335

21.335

Reserve Transitoria

0

0

0

Reserve Grondbedrijf

18.773

2.509

21.282

4.049

25.331

Afschrijvingsreserve

3.192

197

2.995

197

2.798

Reserve Nieuwbouw Bibliotheek

0

0

0

Reserve Participatiefonds

5

2

3

2

1

Reserve Reconstructie wegen

0

0

0

5.007

5.007

5.007

Reserve Klimaatgelden

259

259

259

Reserve Decentralisaties

1.768

996

772

772

Totaal

50.189

0

2.659

1.195

51.653

0

4.049

199

55.503

Voorzieningen

Voorziening Wethouderspensioenen

5.971

275

150

6.096

275

153

6.218

Voorziening Wachtgelden

156

156

0

0

Voorziening Onderhoud gebouwen

3.681

2.513

2.591

3.603

2.550

2.075

4.078

Voorziening Onderhoud Civiele kunstwerken

1.687

472

323

1.836

479

520

1.795

Voorziening Familiegraf Polak

5

5

5

Voorziening Rioolbeheer

0

0

0

Voorziening precario Enduris

5.095

5.095

5.095

Voorziening Grondbedrijf

3.479

532

2.947

1.988

959

Voorziening Dubieuze debiteuren Soc. Zaken

48

48

48

Voorziening Dubieuze debiteuren

722

116

175

663

116

175

604

Voorziening Tariefstelling afvalstoffenheffing

414

414

414

Totaal

21.258

0

3.376

3.927

20.707

0

3.420

4.911

19.216

Totaal reserves en voorzieningen

71.447

0

6.035

5.122

72.360

0

7.469

5.110

74.719

Berekende EMU-saldo

T-1

T

T+1

x 1000,-

2022

2023

2024

Omschrijving

Volgens realisatie tot en met sept. 2022, aangevuld met raming resterende periode

Volgens begroting 2023

Volgens meerjarenraming in begroting 2023

1, Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)

8.905

4.014

4.658

2. Mutatie (im)materiële vaste activa

-7.595

4.696

2.457

3. Mutatie voorzieningen

-3.850

448

198

4. Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie)

-13.325

-19.633

-5.131

5. Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en verwachte boekwinst bij verkoop (im)materiële vaste activa

Berekend EMU-saldo

25.975

19.399

7.530

Download pdf