Programma­begroting 2022

menu

Toelichting financiële positie

Uitgangspunten voor de (meerjaren)begroting

Bij het opstellen van de begroting 2022 en de meerjarenramingen 2023 tot en met 2025 is van het volgende uitgegaan:

Aantallen inwoners en woningen

2022

2023

2024

2025

Aantal inwoners per 1 januari

49.222

49.422

49.622

49.822

Uitbreiding aantal inwoners

200

200

200

200

Aantal woningen per 1 januari

23.893

24.078

24.428

24.728

Uitbreiding aantal woningen

185

350

300

205

Inflatiecorrectie budgetten

(mutaties zijn ten opzichte van de ramingen van het voorgaande jaar).

Budgetten

2022

2023

2024

2025

Prijsverhogingen/inflatiecorrectie

1,50%

1,50%

1,50%

1,50%

Loonkostenstijging

1,50%

1,90%

1,90%

2,20%

Subsidies

1,50%

1,70%

1,70%

1,85%

Gemeenschappelijke regeling (VZG-norm)

0,90%

0,90%

0,90%

0,90%

Rente nieuwe investeringen

1,50%

1,50%

1,50%

1,50%

Rente grondbedrijf1

1,60%

1,60%

1,60%

1,60%

Verhoging tarieven belastingen

1,50%

1,70%

1,70%

1,85%

Verhoging tarieven overige inkomsten

1,50%

1,70%

1,70%

1,85%

  1. 1 Aangepast tov de kadernota agv renteontwikkelingen

Personeelslasten

Bij de raming van de loonkosten 2022 is uitgegaan van de salarislasten per april 2021. Deze zijn gecorrigeerd met +1.5% voor de nog te verwachten loonstijging 2021 op basis van een nieuwe cao. De oud cao kent een looptijd tot 1 januari 2021 waarbij het de verwachting is dat het overleg over een nieuwe cao voor gemeenteambtenaren zal worden hervatten en in het najaar 2021 wordt afgerond. Daarnaast is rekening gehouden met een extra verwachte loonontwikkeling van 1,5% op basis van de september-circulaire 2020 (loonvoet sector overheid).

Prijsstijgingen

In de begroting 2022 is voor het bestaande beleid een algemene prijsaanpassing verwerkt van 1,5% ten opzichte van de ramingen uit de vorige begroting. Dit percentage is gebaseerd op de ontwikkeling van van de Prijs Overheidsconsumptie, netto materieel, zoals genoemd in de septembercirculaire 2020.

Subsidies

Als inflatiecorrectie voor de subsidies wordt normaliter uitgegaan van het gemiddelde van de inflatiecijfers van de verwachte loon- en prijsontwikkeling. Voor de subsidies waar bij het financieel herstelplan is besloten geen inflatiecorrectie toe te passen, wordt tot en met 2024 geen verhoging toegepast.

Gemeenschappelijke regelingen

Jaarlijks stelt de VZG een richtlijn op met een percentage voor de toegestane inflatiecorrectie op de gemeentelijke bijdrage aan gemeenschappelijke regelingen. Voor de begroting is dat 0,9%. Dit percentage wordt ook aangehouden voor de overige jaren van de periode van de meerjarenbegroting.

Rentelasten

Voor investeringen die in het begrotingsjaar zullen plaatsvinden wordt rekening gehouden met een rente van 1,5%. Dit op basis van de langetermijn rentevisie van de BNG en Thesor.

Grondbedrijf

Voor de toerekening van rente aan in exploitatie genomen grondcomplexen geldt een in het BBV voorgeschreven methode van rentetoerekening. Het aan het grondbedrijf toe te rekenen rentepercentage dient gelijk te zijn aan het gemiddelde rentetarief van de totale gemeentelijke leningportefeuille.

Tarieven belastingen en overige inkomsten

Voor verhoging van deze tarieven wordt uitgegaan van het gemiddelde van de inflatiecijfers van de verwachte loon- en prijsontwikkeling.

Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen

Overeenkomstig de artikelen 20 en 22 van het BBV dient afzonderlijke aandacht te worden besteed aan de jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. In principe zijn alle arbeidskosten gerelateerde verplichtingen in de exploitatiebegroting verwerkt. Een uitzondering wordt gevormd door de voorziening Spaarverlof. De regeling verlofsparen is in 2006 vervallen. Eén personeelslid kan echter op basis van gemaakte garantieafspraken nog aanspraak maken op de spaarregeling. Hiervoor is een voorziening gevormd.

Investeringen

In de begroting wordt uitgegaan van een stand van de geactiveerde investeringen van circa 227 miljoen. Dit bedrag is inclusief ongeveer €58 miljoen dat is geïnvesteerd in projecten van het Grondbedrijf. Het bedrag van de geactiveerde investeringen genereert een kapitaallast van ruim 11,7 miljoen.

Financiering

Om investeringen te kunnen doen moet de gemeente in de meeste gevallen geld lenen. Voor wordt uitgegaan van een lening schuld van ca. 153 miljoen. Het komende jaar zal de schuld van de gemeente naar verwachting met bijna 18 miljoen afnemen, met een verdere afname tot ruim 77 miljoen op 31 december 2025. Dit komt vooral door de verwachte grondverkopen en afname van boekwaarde van de bezittingen. Naast de leningen voor de gemeente is er nog tot ca. 4 miljoen aan leningschuld dat is doorgeleend aan derden, voornamelijk Woongoed Middelburg.

Balans per 31 december

Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten legt de verplichting op om in de begroting een geprognotiseerde balans op te nemen.

T-2

T-1

T

T+1

T+2

T+3

Activa

31-12-2020

31-12-2021

31-12-2022

31-12-2023

31-12-2024

31-12-2025

(im) Materiële vaste activa

151.957

151.824

143.665

135.777

125.369

119.157

Financiële vaste activa: Kapitaalverstrekkingen

1.897

1.216

1.216

1.216

1.216

1.216

Financiële vaste activa: Leningen

4.340

4.290

4.290

4.290

4.290

0

Financiële vaste activa: Uitzettingen > 1 jaar

6.055

5.690

5.680

5.670

5.659

5.649

Totaal Vaste Activa

164.249

163.020

154.851

146.953

136.534

126.022

Voorraden: Onderhanden werk & Overige grond- en hulpstoffen

66.105

67.548

57.560

41.141

30.502

22.692

Voorraden: Gereed product en handelsgoederen & vooruitbetalingen

22

22

22

22

22

22

Uitzettingen <1 jaar

2.924

2.800

2.800

2.800

2.800

2.800

Liquide middelen

21

40

40

40

40

40

Overlopende activa

13.240

12.000

12.000

12.000

12.000

12.000

Totaal Vlottende Activa

82.312

82.410

72.422

56.003

45.364

37.554

Totaal Activa

246.561

245.430

227.273

202.956

181.898

163.576

Passiva

31-12-2020

31-12-2021

31-12-2022

31-12-2023

31-12-2024

31-12-2025

Eigen vermogen

40.419

35.916

38.723

42.371

45.469

48.452

Voorzieningen

17.334

13.692

13.430

13.434

13.328

13.387

Vaste schuld

162.727

157.338

144.565

116.293

97.770

77.391

Totaal Vaste Passiva

220.480

206.946

196.718

172.098

156.567

139.230

Vlottende schuld

14.107

20.835

16.555

16.858

11.331

10.346

Overlopende passiva

11.974

14.000

14.000

14.000

14.000

14.000

Totaal Vlottende Passiva

26.081

34.835

30.555

30.858

25.331

24.346

Totaal Passiva

246.561

241.781

227.273

202.956

181.898

163.576

Toelichting op de balans

(Im)materiële vaste activa

Onder de materiële vaste activa vallen de gronden en terreinen, (bedrijfs)gebouwen, grond-, weg- en waterbouwkundige werken, vervoervoermiddelen, machines en overige activa. De afname van de materiele vaste activa wordt veroorzaakt door de reguliere afschrijvingen. Hier worden ook de strategische gronden (grondbedrijf) verantwoord.

Financiële vaste activa

Deze categorie bestaat uit verstrekte geldleningen en deelnemingen aan andere organisaties.

Voorraden

Dit betreft voornamelijk de in exploitatie genomen grondcomplexen. Indien een verlies op een exploitatie wordt verwacht, vindt correctie plaats door middel van vorming van een voorziening die wordt gevormd op contante waarde waarbij de disconteringsvoet gelijk is een het maximale meerjarig streefpercentage van de Europese Centrale Bank voor de inflatie binnen de Eurozone. Dit is 2%.

Eigen vermogen (reserves) en voorzieningen

Een specificatie van het verwachte verloop van de reserves en voorzieningen is opgenomen aan het eind van dit hoofdstuk.

Vaste schuld

Dit betreft de door de gemeente aangetrokken langlopende geldleningen. De afname in de verdere jaren wordt met name veroorzaakt doordat de grondpositie afneemt op basis van de het basisscenario van de doorrekening grondbedrijf.

Stand van zaken Reserves en Voorzieningen

Het belangrijkste verschil tussen reserves en voorzieningen is dat de raad bij de reserves een grote mate van vrijheid heeft om de bestemming van de reserves te wijzigen. Zolang de gemeenteraad de bestemming van geoormerkt geld kan veranderen is er sprake van een bestemmingsreserve. De reserves worden dan ook gerekend tot het eigen vermogen van de gemeente.

Bij voorzieningen ligt de besteding vast, en is er sprake van concrete verplichtingen. Voorzieningen worden gerekend tot het vreemde vermogen van de gemeente. In onderstaande tabel wordt de stand en het verloop van de reserves en voorzieningen weergegeven.

Overzicht reserves en voorzieningen

(bedragen x 1.000)

Saldo 31 december 2021

Rente toev.

Overige toev.

Onttrek.

Saldo 31 december 2022

Rente toev.

Overige toev.

Onttrek.

Saldo 31 december 2023

Reserves

Algemene Reserve

14.541

334

628

14.247

455

280

14.422

Reserve Transitoria

4.162

4.162

4.162

Reserve Grondbedrijf

9.542

3.285

12.827

3.649

16.476

Afschrijvingsreserve

2.356

168

2.188

168

2.020

Reserve Nieuwbouw Bibliotheek

18

2

14

6

6

0

Reserve Molenwater

1.069

1.069

1.069

Reserve Participatiefonds

19

4

15

2

13

Reserve Reconstructie wegen

258

258

258

Reserve Klimaatgelden

3.951

3.951

3.951

Reserve Decentralisaties

0

0

0

Totaal

35.916

2

3.619

814

38.723

0

4.104

456

42.371

Voorzieningen

Voorziening Wethouderspensioenen

6.091

265

144

6.212

270

147

6.335

Voorziening Wachtgelden

119

70

49

49

0

Voorziening spaarverlof

0

0

0

Voorziening Onderhoud gebouwen

1.266

2.126

2.459

933

2.126

2.351

708

Voorziening Onderhoud Civiele kunstwerken

1.035

369

349

1.055

369

214

1.210

Voorziening Familiegraf Polak

5

5

5

Voorziening precario Enduris

5.095

5.095

5.095

Voorziening Rioolbeheer

3.408

1.155

2.720

1.843

1.843

0

Voorziening Grondbedrijf

4.869

563

4.306

780

3.526

Voorziening Dubieuze debiteuren Soc. Zaken

55

55

55

Voorziening Dubieuze debiteuren

868

160

175

853

160

175

838

Voorziening Tariefstelling afvalstoffenheffing

81

81

81

Totaal

22.892

0

4.075

6.480

20.487

0

2.925

5.559

17.853

Totaal reserves en voorzieningen

58.808

2

7.694

7.294

59.210

0

7.029

6.015

60.224

(bedragen x 1.000)

Saldo 31 december 2023

Rente toev.

Overige toev.

Onttrek.

Saldo 31 december 2024

Rente toev.

Overige toev.

Onttrek.

Saldo 31 december 2025

Reserves

Algemene Reserve

14.422

481

14.903

602

15.505

Reserve Transitoria

4.162

4.162

4.162

Reserve Grondbedrijf

16.476

2.787

19.263

2.551

21.814

Afschrijvingsreserve

2.020

168

1.852

168

1.684

Reserve Nieuwbouw Bibliotheek

0

0

0

Reserve Molenwater

1.069

1.069

1.069

Reserve Participatiefonds

13

2

11

2

9

Reserve Reconstructie wegen

258

258

258

Reserve Klimaatgelden

3.951

3.951

3.951

Reserve Decentralisaties

0

0

0

Totaal

42.371

0

3.268

170

45.469

0

3.153

170

48.452

Voorzieningen

Voorziening Wethouderspensioenen

6.335

275

150

6.460

275

153

6.582

Voorziening Wachtgelden

0

0

0

Voorziening spaarverlof

0

0

0

Voorziening Onderhoud gebouwen

708

2.126

2.403

431

2.126

2.038

519

Voorziening Onderhoud Civiele kunstwerken

1.210

369

323

1.256

369

520

1.105

Voorziening Familiegraf Polak

5

5

5

Voorziening precario Enduris

5.095

5.095

5.095

Voorziening Rioolbeheer

0

0

0

0

Voorziening Grondbedrijf

3.526

718

2.808

2.808

Voorziening Dubieuze debiteuren Soc. Zaken

55

55

56

111

Voorziening Dubieuze debiteuren

838

160

175

823

823

Voorziening Tariefstelling afvalstoffenheffing

81

81

160

175

66

Totaal

17.853

0

2.930

3.769

17.014

0

2.986

2.886

17.114

Totaal reserves en voorzieningen

60.224

0

6.198

3.939

62.483

0

6.139

3.056

65.566

Berekende EMU-saldo

T-1

T

T+1

x 1000,-

2021

2022

2023

Omschrijving

Volgens realisatie tot en met sept. 2021, aangevuld met raming resterende periode

Volgens begroting 2022

Volgens meerjarenraming in begroting 2022

1, Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)

-3.574

1.440

374

2. Mutatie (im)materiële vaste activa

-133

-8.159

-7.888

3. Mutatie voorzieningen

-3.642

-262

4

4. Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie)

1.443

-9.988

-16.419

5. Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en verwachte boekwinst bij verkoop (im)materiële vaste activa

Berekend EMU-saldo

-8.526

19.325

24.685

Download pdf