Programma­begroting 2026

menu

Toelichting financiële positie

Uitgangspunten voor de (meerjaren)begroting

Bij het opstellen van de begroting 2026 en de meerjarenramingen 2027 tot en met 2029 is van het volgende uitgegaan:

Aantallen inwoners en woningen

2026

2027

2028

2029

Aantal inwoners per 1 januari

50.238

50.471

50.705

50.938

Uitbreiding aantal inwoners

234

234

234

234

Aantal woningen per 1 januari

25.424

25.614

25.914

26.214

Uitbreiding aantal woningen

190

300

300

300

Inflatiecorrectie budgetten

(mutaties zijn ten opzichte van de ramingen van het voorgaande jaar).

Budgetten

2026

2027

2028

2029

Prijsverhogingen/inflatiecorrectie

2,20%

2,20%

2,20%

2,20%

Loonkostenstijging

2,00%

5,40%

4,50%

4,50%

Subsidies

2,10%

3,80%

3,35%

3,35%

Gemeenschappelijke regeling (GR)

0,00%

4,30%

3,70%

3,70%

VZG-bezuinigingsrichtlijn GR-en voor 2026

-2,20%

Rente nieuwe investeringen

3,25%

3,25%

3,25%

3,25%

Omslagrente/Nieuwe investeringen

1,50%

1,50%

1,50%

1,50%

Verhoging tarieven belastingen

2,10%

3,80%

3,35%

3,35%

Verhoging tarieven overige inkomsten

2,10%

3,80%

3,35%

3,35%

Prijsverhogingen/inflatiecorrectie

Bij dit kerngetal wordt uitgegaan van de beschikbare percentages voor de ontwikkeling van de Prijs Overheidsconsumptie, netto materieel, zoals opgenomen in de Macro Economische Verkenning 2025(MEV).

Loonkostenstijging

Voor de berekening van de loonkosten sluiten we aan bij Prijs overheidsconsumptie: beloning werknemers, zoals opgenomen in de bovengenoemde MEV. De nieuwe cao voor gemeenteambtenaren 2025–2027 is recent vastgesteld.

Subsidies

De indexering van subsidies wordt gelijkgesteld aan het gemiddelde van de inflatiecorrectie en de loonstijging in enig jaar.

Gemeenschappelijke regelingen / VZG-bezuinigingsrichtlijn GR-en voor 2026

Jaarlijks stelt het Algemeen Bestuur van de VZG de VZG-richtlijnen op. Op basis van deze richtlijn kunnen GR-en hun begroting opstellen. Dit voorstel is gebaseerd op het rapport ”Afspraken over samenwerken met gemeenschappelijke regelingen in Zeeland”

In dit rapport is opgenomen dat als de algemene uitkeringen van de Zeeuwse gemeenten gezamenlijk in enig jaar met meer dan 1% afneemt, een doorvertaling naar de gemeenschappelijke regelingen volgt. Op deze wijze dragen de gemeenschappelijke regelingen op evenredige wijze bij aan het begrotingsevenwicht bij de deelnemende gemeenten in de gemeenschappelijke regeling.

De berekening vindt plaats op basis van het gemiddelde van de algemene uitkeringen van alle Zeeuwse gemeenten gezamenlijk. Uit de berekening is gebleken dat de algemene uitkering in dit jaar (2026) een afname laat zien van 2,2%. Het uitgangspunt is dat deze richtlijn strikt wordt toegepast.

Op het moment dat de algemene uitkering niet met meer dan 1% daalt, wordt op basis van de MEV de toegestane inflatiecorrectie voor de begroting 2026 berekend. In 2026 is echter sprake van een daling van 2,2% in het gemeentefonds ten opzichte van 2025. In deze daling is al rekening gehouden met prijscompensatie. Met andere woorden: zonder prijscompensatie is de daling van de algemene uitkering groter dan 2,2%.

De voorlopige indexatierichtlijn voor 2026 is vastgesteld op 0,0%. In het najaar van 2025 wordt een voorstel gedaan voor de definitieve richtlijn. In totaliteit bedraagt de voorlopige VZG-richtlijn daarom -/- 2,2 % voor 2026 (0,0% indexatie en -/- 2,2% bezuiniging).

In de Kadernota is rekening gehouden met een ‘stelpost financiële tegenvallers’ om financiële risico’s en onvoorziene tegenvallers binnen de bestaande begroting op verantwoorde wijze op te vangen. Deze stelpost fungeert als vangnet voor onderdelen van de kostenraming die bij de totstandkoming van de Kadernota nog onzeker waren en waarvan de exacte omvang op dat moment moeilijk waren in te schatten op te vangen.

Het VNG-advies over de bezuinigingsrichtlijn van -2,2% voor de Begroting 2026, zoals vastgesteld door de VZG voor Gemeenschappelijke Regelingen (GR-en), werd beschouwd als een potentiële risicopost. Inmiddels zijn alle begrotingen van de GR-en ter zienswijze voorgelegd en definitief vastgesteld en verwerkt binnen de meerjarenbegroting. Hierdoor kan een deel van de eerder opgenomen stelpost komen te vervallen.

Rentelasten nieuwe leningen

Het rentepercentage voor nieuwe investeringen wordt voor 2025 ingeschat op 3,25%. Hierbij is rekening gehouden met de lange termijn rentevisie van de BNG.

Omslagrente/Nieuwe investeringen

Niet alle voorstellen voor nieuw beleid zijn op dit moment volledig uitgewerkt. Voor de voorstellen die betrekking hebben op investeringen en extra ruimte vragen, wordt op een later moment een afzonderlijk raadsvoorstel aan u voorgelegd om het benodigde krediet beschikbaar te stellen. In de kadernota is rekening gehouden met de jaarlijks te verwachten kapitaallasten. Bij de berekening van de jaarlijkse rentelasten wordt uitgegaan van het opgegeven rentepercentage.

Tarieven belastingen en overige inkomsten

Het percentage waarmee de belastingtarieven en overige inkomsten worden aangepast wordt berekend o.b.v. het gemiddelde van de inflatiecijfers en loonkostenontwikkeling.

Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen

Conform het BBV dienen eventuele reserveringen ten aanzien van vakantiegeld en –dagen niet te worden verantwoord als sprake is van zogenaamde arbeidsgerelateerde verplichtingen van gelijkblijvend niveau. Ten aanzien van de reservering vakantiedagen dient echter in het geval van een eventueel stuwmeer/spaarverlof wel een schuld opgenomen te worden op basis van artikel 44, lid 1a, BBV.

Investeringen

In de begroting wordt uitgegaan van een stand van de geactiveerde investeringen van circa 242 miljoen. Dit bedrag is inclusief ongeveer 34 miljoen dat is geïnvesteerd in projecten van het Grondbedrijf. Het bedrag van de geactiveerde investeringen genereert een kapitaallast van ruim 14,5 miljoen.

Financiering

Om investeringen te kunnen doen moet de gemeente in de meeste gevallen geld lenen. Voor ultimo 2026 wordt uitgegaan van een lening schuld van ca. 70 miljoen. De komende 3 jaren zal de schuld van de gemeente naar verwachting toenemen tot 122 miljoen 31 december 2029. De toename van deze schuld komt vooral door toekomstige investeringen, zoals restauratie Stadhuis, verbouw CSW en verduurzaming gemeentelijke panden. De boekwaarde van het grondbedrijf daalt in de komende 4 jaar met 24 miljoen, dit weegt niet op tegen de toekomstige investeringen zoals hierboven benoemd.

Balans per 31 december

Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten legt de verplichting op om in de begroting een geprognotiseerde balans op te nemen.

T-2

T-1

T

T+1

T+2

T+3

Activa

31-12-2024

31-12-2025

31-12-2026

31-12-2027

31-12-2028

31-12-2029

(im) Materiële vaste activa

135.148

143.276

173.635

204.959

217.089

211.649

Financiële vaste activa: Kapitaalverstrekkingen

20.697

20.697

20.697

20.697

20.697

20.697

Financiële vaste activa: Leningen

4.290

0

0

0

0

0

Financiële vaste activa: Uitzettingen > 1 jaar

9.491

11.338

13.697

13.656

13.614

13.572

Totaal Vaste Activa

169.626

175.310

208.028

239.311

251.400

245.918

Voorraden: Onderhanden werk & Overige grond- en hulpstoffen

41.287

46.448

33.978

36.269

35.977

22.778

Voorraden: Gereed product en handelsgoederen & vooruitbetalingen

65

65

65

65

65

65

Uitzettingen <1 jaar

59.028

21.334

3.000

3.000

3.000

3.000

Liquide middelen

1.218

1.500

1.500

1.500

1.500

1.500

Overlopende activa

15.941

16.000

16.000

18.000

18.000

18.000

Totaal Vlottende Activa

117.539

85.347

54.543

58.834

58.542

45.343

Totaal Activa

287.165

260.657

262.571

298.145

309.942

291.261

Passiva

31-12-2024

31-12-2025

31-12-2026

31-12-2027

31-12-2028

31-12-2029

Eigen vermogen

118.152

104.325

116.176

115.767

116.782

110.162

Voorzieningen

42.820

49.791

47.262

40.952

34.069

31.643

Vaste schuld

97.922

77.541

70.133

114.426

132.091

122.456

Totaal Vaste Passiva

258.894

231.657

233.571

271.145

282.942

264.261

Vlottende schuld

8.787

9.000

9.000

9.000

9.000

9.000

Overlopende passiva

19.484

20.000

20.000

18.000

18.000

18.000

Totaal Vlottende Passiva

28.271

29.000

29.000

27.000

27.000

27.000

Totaal Passiva

287.165

260.657

262.571

298.145

309.942

291.261

Toelichting op de balans

(Im)materiële vaste activa

Onder de materiële vaste activa vallen de gronden en terreinen, (bedrijfs)gebouwen, grond-, weg- en waterbouwkundige werken, vervoervoermiddelen, machines en overige activa. De afname van de materiële vaste activa wordt veroorzaakt door de reguliere afschrijvingen. Hier worden ook de strategische gronden (grondbedrijf) verantwoord.

Financiële vaste activa

Deze categorie bestaat uit verstrekte geldleningen en deelnemingen aan andere organisaties.

Voorraden

Dit betreft voornamelijk de in exploitatie genomen grondcomplexen. Indien een verlies op een exploitatie wordt verwacht, vindt correctie plaats door middel van vorming van een voorziening die wordt gevormd op contante waarde waarbij de disconteringsvoet gelijk is een het maximale meerjarig streefpercentage van de Europese Centrale Bank voor de inflatie binnen de Eurozone. Dit is 2%.

Eigen vermogen (reserves) en voorzieningen

Een specificatie van het verwachte verloop van de reserves en voorzieningen is opgenomen aan het eind van dit hoofdstuk.

Vaste schuld

Dit betreft de door de gemeente aangetrokken langlopende geldleningen.

Stand van zaken Reserves en Voorzieningen

Het belangrijkste verschil tussen reserves en voorzieningen is dat de raad bij de reserves een grote mate van vrijheid heeft om de bestemming van de reserves te wijzigen. Zolang de gemeenteraad de bestemming van geoormerkt geld kan veranderen is er sprake van een bestemmingsreserve. De reserves worden dan ook gerekend tot het eigen vermogen van de gemeente.

Bij voorzieningen ligt de besteding vast, en is er sprake van concrete verplichtingen. Voorzieningen worden gerekend tot het vreemde vermogen van de gemeente. In onderstaande tabel wordt de stand en het verloop van de reserves en voorzieningen weergegeven.

Overzicht reserves en voorzieningen

(bedragen x 1.000)

Saldo 31 december 2025

Rente toev.

Overige toev.

Onttrek.

Saldo 31 december 2026

Rente toev.

Overige toev.

Onttrek.

Saldo 31 december 2027

Reserves

Algemene Reserve

36.217

6.150

18.600

23.767

775

22.992

Reserve Transitoria

9.048

8.000

8.000

9.048

8.000

8.000

9.048

Reserve Grondbedrijf

1.241

9.447

10.688

1.460

12.148

Afschrijvingsreserve

5.423

13.363

258

18.528

258

18.270

Reserve GBE aqua B.V.

18.925

18.925

18.925

Reserve reconstructies wegen

3.351

3.351

3.351

Reserve Klimaatgelden

3.435

2.700

735

735

0

Reserve Decentralisaties

500

500

0

0

Reserve investeringsfonds

26.185

18.600

13.651

31.134

355

30.779

Totaal

104.325

0

55.560

43.709

116.176

0

9.460

10.123

115.513

Voorzieningen

Voorziening Wethouderspensioenen

5.378

286

292

5.372

295

304

5.358

Voorziening Wachtgelden

3

3

3

Voorziening Spaarverlof

1.709

200

250

1.659

200

250

1.609

Voorziening Vervroegd Uittreden RVU

267

267

267

Voorziening Onderhoud gebouwen

4.394

2.690

2.836

4.247

2.766

3.138

3.893

Voorziening Onderhoud Civiele kunstwerken

2.088

491

503

2.077

767

503

2.604

Voorziening Familiegraf Polak

5

5

5

Voorziening Rioolbeheer

10.101

3.471

2.941

10.631

156

10.409

Voorziening precario Enduris

5.095

5.095

5.095

Voorziening Grondbedrijf

17.161

257

9.347

8.072

141

8.213

Voorziening Dubieuze debiteuren Soc. Zaken

49

49

49

Voorziening Dubieuze debiteuren

805

122

125

802

124

125

801

Voorziening Tariefstelling afvalstoffenheffing

0

0

50

50

Voorziening Wegen

1.321

800

521

521

0

Voorziening Stadhuis

19.430

1.943

17.487

5.829

11.658

Totaal

67.806

0

7.518

19.037

56.287

0

4.500

10.670

50.014

Totaal reserves en voorzieningen

172.131

0

63.078

62.746

172.463

0

13.960

20.793

165.527

(bedragen x 1.000)

Saldo 31 december 2027

Rente toev.

Overige toev.

Onttrek.

Saldo 31 december 2028

Rente toev.

Overige toev.

Onttrek.

Saldo 31 december 2029

Reserves

Algemene Reserve

22.992

22.992

22.992

Reserve Transitoria

9.048

8.000

8.000

9.048

8.000

8.000

9.048

Reserve Grondbedrijf

12.148

1.002

13.150

1.461

14.611

Afschrijvingsreserve

18.270

258

18.012

258

17.754

Reserve GBE aqua B.V.

18.925

18.925

18.925

Reserve reconstructies wegen

3.351

3.351

3.351

Reserve Klimaatgelden

0

0

0

Reserve Decentralisaties

0

0

0

Reserve investeringsfonds

30.779

348

30.431

82

30.349

Totaal

115.513

0

9.002

8.606

115.909

0

9.461

8.340

117.030

Voorzieningen

Voorziening Wethouderspensioenen

5.361

309

316

5.350

298

328

5.320

Voorziening Wachtgelden

3

3

3

Voorziening Spaarverlof

1.609

200

250

1.559

200

250

1.509

Voorziening Vervroegd Uittreden RVU

267

267

267

Voorziening Onderhoud gebouwen

3.851

2.827

4.345

2.375

2.795

5.170

Voorziening Onderhoud Civiele kunstwerken

1.961

779

543

2.841

792

543

3.089

Voorziening Familiegraf Polak

5

5

5

Voorziening Rioolbeheer

11.389

159

10.568

163

10.731

Voorziening precario Enduris

5.095

5.095

5.095

Voorziening Grondbedrijf

8.213

123

2.236

6.100

122

6.222

Voorziening Dubieuze debiteuren Soc. Zaken

49

49

49

Voorziening Dubieuze debiteuren

801

127

125

803

127

125

805

Voorziening Tariefstelling afvalstoffenheffing

0

126

176

278

454

Voorziening Wegen

0

0

0

0

Voorziening Stadhuis

11.658

5.829

5.829

5.829

0

Totaal

50.261

0

4.650

13.644

41.020

0

4.773

7.075

38.718

Totaal reserves en voorzieningen

165.774

0

13.652

22.250

156.929

0

14.234

15.415

155.748

Berekende EMU-saldo

T-1

T

T+1

x 1000,-

2025

2026

2027

Omschrijving

Volgens realisatie tot en met sept. 2025, aangevuld met raming resterende periode

Volgens begroting 2026

Volgens meerjarenraming in begroting 2027

1, Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)

-12.074

-8.746

2.518

2. Mutatie (im)materiële vaste activa

8.128

30.359

31.324

3. Mutatie voorzieningen

6.971

-2.529

-6.310

4. Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie)

5.161

-12.470

2.291

5. Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en verwachte boekwinst bij verkoop (im)materiële vaste activa

-

-

-

Berekend EMU-saldo

-18.392

-29.164

-37.407

Download pdf