Financiering
De treasuryfunctie voert de taken financiering, cashmanagement en renterisicobeheer uit met als doel de organisatie te voorzien in de behoefte aan vreemd vermogen tegen zo laag mogelijke kosten en te beschermen tegen ongewenste financiële risico’s.
Beleidskader
Middelburg geeft uitvoering aan de treasuryfunctie binnen de normen van:
Wet financiering decentrale overheden (kasgeldlimiet en renterisicobeheer)
Treasury statuut van de gemeente middelburg
Rentevisie
Voor de uitvoering van het financieringsbeleid is het belangrijk om de toekomstige renteontwikkelingen te volgen. In september 2023 heeft de Europese Centrale bank (ECB) het belangrijkste rentepercentage voor de tiende keer op rij verhoogd. Met deze stappen wil de ECB de hoge inflatie, momenteel 5,3%, in de eurozone tegengaan en terug brengen naar de streefwaarde van 2,0%. Het tijdperk van lage en zelfs negatieve rentes in de eurozone lijkt hiermee definitief ten einde gekomen. Het depositotarief is nu 4,0% (was 0,75% ten tijde van de begroting 2023), de herfinancieringsrente bedraagt 4.5% (was 1,25% ten tijde van de begroting 2023).
In september 2023 liggen de rentetarieven voor de 3-maands Euribor net onder de 4% hetgeen bijna 3% hoger ligt dan de stand per september 2022. De rente voor 10-jaars leningen ligt in september 2023 rond de 3,60%.
De de financiële markten blijven onrustig. Rentestanden zijn zeer volatiel en bewegen sterk op gepresenteerde cijfers rondom inflatie en inflatieverwachting. Wij zullen de rente nauwlettend volgen. Door de spreiding van de aflossingen in de leningportefeuille zijn de renteschommelingen beheersbaar.
Renterisicobeheer
Het renterisico is het volume uitstaande schuld, dat in een jaar aan een renteherziening onderhevig is. In de wet FIDO zijn eisen gesteld aan het maximum aan renterisico, dit komt tot uitdrukking in de kasgeldlimiet (voor leningen met een looptijd tot 1 jaar) en de renterisiconorm (voor leningen met een looptijd vanaf 1 jaar). Deze normen bepalen de speelruimte voor de gemeente om verantwoordt en goedkoop te financieren.
Kasgeldlimiet
Het hulpmiddel om renterisico's op korte financiering te beperken is de kasgeldlimiet. Als referentiekader voor de bepaling van de kasgeldlimiet geldt het begrotingstotaal en een bij ministeriële regeling vastgesteld percentage voor gemeenten van 8,5%. Voor 2024 betekent dit een kasgeldlimiet van € 18,5 miljoen. In het verleden werd van deze limiet maximaal gebruik gemaakt omdat doorgaans de tarieven voor het aantrekken van financieringsmiddelen voor de korte termijn lager zijn dan voor de lange termijn. Met de huidige dynamiek op de rentemarkt zien we echter een omgekeerde rentestructuur waarbij het aantrekken van korte financiering duurder is dan het aangaan van leningen voor een langere periode. Het gebruik van kasgeldleningen zal op dit moment dan ook minder aan de orde zijn en alleen gebruikt worden bij (zeer) tijdelijke finacieringsbehoefte. Daarnaast kan gebruik worden gemaakt van de kredietlimiet die geldt op de gemeentelijke betaalrekening bij de BNG van € 7 miljoen. Hiervoor wordt een bereidstellingsprovisie van 0.04% in rekening gebracht. Bij gebruik maken van het debetsaldo op de rekening courant wordt gerekend met een tarief gebaseerd op de 1-mnds Euribor met een opslag 0,15%.
Renterisiconorm
Deze renterisiconorm houdt in dat in enig jaar niet meer dan 20% van het begrotingstotaal voor herfinanciering of renteherziening in aanmerking mag komen. De renterisiconorm wordt de komende jaren niet overschreden, dit komt door de spreiding van looptijden van de leningenportefeuille.
Ontwikkeling renterisiconorm *€1.000.000 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
---|---|---|---|---|
Totale begrotingstotaal | 218 | 216 | 213 | 218 |
Norm 20% | 44 | 43 | 43 | 44 |
Aflossing | 25 | 18 | 28 | 13 |
Renteherziening | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ruimte onder de renterisiconorm | 19 | 25 | 15 | 30 |
Rente
De behoefte aan inzicht in de kosten op de taakvelden en de behoefte om de wijze van verantwoorden van rente in de begroting en jaarrekening te harmoniseren, hebben er toe geleid dat in het wijzigingsbesluit BBV is opgenomen, dat de rentekosten aan de desbetreffende taakvelden moet worden toegerekend met behulp van een (rente)omslag. Dit percentage wordt berekend door de totale boekwaarde van de bezittingen te delen door werkelijk betaalde rente. In onderstaand overzicht is een berekening opgenomen voor de begroting 2024. De renteomslag voor de begroting 2024 bedraagt 1,5%. De berekende omslagrente voor 2024 bedraagt 1,43%. De renteomslag mag 0,5% afwijken van de berekende omslagrente. Hier wordt ruimschoots aan voldaan.
Berekening renteomslag ( * € 1.000) | Begroting 2024 |
---|---|
Externe rentelasten korte en lange financiering | 3.159 |
af: Externe rentebaten | 211 |
Saldo rentelasten en rentebaten | 2.948 |
Aan grondexploitatie toe te rekenen rente (1,6%) | -793 |
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente | 2.155 |
Rente over voorzieningen tegen contante waarde (1.6%) | -208 |
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente | 1.947 |
Berekend % omslagrente | 1,43% |
Te hanteren omslagrente | 1,50% |
Berekening renteresultaat | |
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente | 1.947 |
Toe te rekenen rente | 2.038 |
Renteresultaat | 91 |
Leningportefeuille
De financieringspositie van de gemeente en de renteontwikkelingen op de kapitaalmarkt wordt nauwgezet gevolgd. Op basis hiervan wordt besloten op welke wijze de financiering (kort en lang geld) optimaal gerealiseerd kan worden. Tevens dient dit te passen binnen de normen, kasgeldlimiet en de renterisico. De gemeente werkt overigens met een systeem van totaalfinanciering. Dit betekent, dat géén relatie gelegd wordt tussen een bepaalde investering en de leningen die worden aangetrokken.
Onderstaand een overzicht van de ontwikkeling van de leningenportefeuille op basis van de liquiditeitsprognose. De basis voor de liquiditeitsprognose zijn de meerjarenbegroting 2024-2027, de (vervangings)investeringen en het basisscenario van de doorrekening grondbedrijf.
Langlopende leningen t.b.v eigen financiering * (€ 1.000.000) | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
---|---|---|---|---|
Verwachte stand per 1 januari | 118,1 | 123,1 | 130,1 | 168,6 |
aflossingen | 24,6 | 18,0 | 27,6 | 13,4 |
Nieuw af te sluiten leningen | 29,6 | 25,0 | 66,0 | 4,0 |
Verwachte stand per 31 december | 123,1 | 130,1 | 168,6 | 159,1 |
Langlopende leningen t.b.v woningbouw * (€ 1.000.000) | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
---|---|---|---|---|
Leningsaldo per 31 december | 4,3 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de omvang van de langlopende leningportefeuille in de komende jaren sterk toeneemt; van van € 118 miljoen per ultimo 2023 tot € 159 miljoen eind 2027. Dit wordt veroorzaakt door de omvang van de investeringsprognose in de komende periode waarbinnen de plannen met betrekking tot het investeringsfonds en de nieuwbouw van het CSW Elzenlaan een fors aandeel hebben.
De gemeente Middelburg beschikt over een rolloverlening met een variabele rente (3-maands Euribor), met een opslag van 4 basispunten. Om niet in strijd te komen met de wet FIDO moet het risico van sterk stijgende rente afgedekt zijn. Dit is gedaan met een CAP, dit is een verzekering tegen een rente boven een bepaald plafond. De banken verstrekken geen nieuwe offertes meer voor een CAPS voor een bestaande lening, dit naar aanleiding van het verscherpte toezicht rondom derivaten. De rolloverlening bedraagt op 1 januari 2023 € 17.6 miljoen en dient eind 2024 volledig afgelost te worden.
Verstrekte leningen
Verstrekte geldleningen per 31 dec * (€ 1.000.000) | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
---|---|---|---|---|
Langlopende verstrekte leningen t.b.v. woningbouw | 4,3 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Overige verstrekte leningen | 5,9 | 5,9 | 5,8 | 5,8 |
Gewaarborgde geldleningen
Gewaarborgde geldleningen * (€ 1.000.000) | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
---|---|---|---|---|
Woningbouw | 138,2 | 120,1 | 107,6 | 95,4 |
Overige verstrekte leningen | 10,9 | 10,2 | 9,3 | 8,6 |
De gewaarborgde geldleningen voor o.a. Woongoed zijn ondergebracht bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw waar deze een getrapt garantieniveau kent waarbij we als gemeente in derde aanleg deels risico lopen.
Schatkistbankieren
In de wet Houdbare overheidsfinanciën (wet HOF) is verplicht schatkistbankieren voor decentrale overheden ingevoerd. Dit houdt in dat gemeenten hun overtollige middelen bij het rijk moeten uitzetten. Hiermee wordt beoogd dat de staat minder geld leent op de financiële markten en de staatsschuld daalt. De verwachting is dat per ultimo 2023 een bedrag van ruim € 18 miljoen in de schatkist wordt aangehouden. In 2024 worden deze middelen als eerste aangewend ter financiering van de investeringen die de komende jaren gepland staan.