Programma­begroting 2025

menu

Financiering

De treasuryfunctie voert de taken financiering, cashmanagement en renterisicobeheer uit met als doel de organisatie te voorzien in de behoefte aan vreemd vermogen tegen zo laag mogelijke kosten en te beschermen tegen ongewenste financiële risico’s.

Beleidskader

Middelburg geeft uitvoering aan de treasuryfunctie binnen de normen van:

Rentevisie

Voor de uitvoering van het financieringsbeleid is het belangrijk om de toekomstige renteontwikkelingen te volgen. Vanaf begin 2022 tot september 2023 heeft de Europese Centrale bank (ECB) het belangrijkste rentepercentage (depositorente) in de Eurozone in tien stappen verhoogd van van 0% naar 4%. Dit met als doel de sterk opgelopen inflatie in die periode een halt toe te roepen en terug brengen naar de streefwaarde van 2,0%. Nu de inflatie vanaf eind 2023 aan het dalen is (3.6% per medio 2024) en de economie daarnaast tekenen van afkoeling vertoond, heeft de ECB in 2024 haar beleid gewijzigd en besloten de rente weer (stapsgewijs) te verlagen. In twee stappen van 0.25 is het depositotarief teruggebracht naar 3.5% per september 2024. De verwachting is dat de ECB de rente in 2025 verder zal verlagen waarbij de markt momenteel uitgaat van een verlaging tot een stand van 2.25% per eind 2025. De depositorente is bepalend voor de verwachtingen rondom de (her)financiering van de gemeentelijke leningportefeuille en het rentepercentage waarop de vergoeding is gebaseerd die wij ontvangen op onze uitstaande middelen bij het Rijk (Schatkistbankieren).

Het rentepercentage voor leningen met een looptijd van 10 en 20 jaar, de duur waarvoor langlopende leningen binnen onze gemeente veelal worden afgesloten, ligt in september 2024 rond de 3,00% resp 3.25%. Deze percentages liggen in lijn met het rentepercentage waarmee voor nieuw af te sluiten financieringen binnen de gemeentelijke meerjarenbegroting rekening is gehouden. De variabele rentevergoeding die wij ontvangen over de uitstaande middelen bij het Rijk (Schatkistbankieren) staat per september 2024 op 3.65%.

De de financiële markten blijven onrustig. Rentestanden zijn zeer volatiel en bewegen sterk op gepresenteerde cijfers rondom inflatie en inflatieverwachting enerzijds en de ontwikkeling van de economie anderzijds. Wij zullen de rente nauwlettend volgen. Door de spreiding van de aflossingen in de leningportefeuille zijn de renteschommelingen beheersbaar.

Renterisicobeheer

Het renterisico is het volume uitstaande schuld, dat in een jaar aan een renteherziening onderhevig is. In de wet FIDO zijn eisen gesteld aan het maximum aan renterisico, dit komt tot uitdrukking in de kasgeldlimiet (voor leningen met een looptijd tot 1 jaar) en de renterisiconorm (voor leningen met een looptijd vanaf 1 jaar). Deze normen bepalen de speelruimte voor de gemeente om verantwoordt en goedkoop te financieren.

Kasgeldlimiet

Het hulpmiddel om renterisico's op korte financiering te beperken is de kasgeldlimiet. Als referentiekader voor de bepaling van de kasgeldlimiet geldt het begrotingstotaal en een bij ministeriële regeling vastgesteld percentage voor gemeenten van 8,5%. Voor 2025 betekent dit een kasgeldlimiet van 19.0 miljoen. In het verleden werd van deze limiet maximaal gebruik gemaakt omdat doorgaans de tarieven voor het aantrekken van financieringsmiddelen voor de korte termijn lager zijn dan voor de lange termijn. Aangezien onze gemeente op dit moment over een fors positief rekeningsaldo beschikt is de verwachting voor 2025 dat er geen gebruik gemaakt zal worden van kasgeldleningen. Binnen de geldende wet- en regelgeving (wet FIDO) kan naast het (gelimiteerde) gebruik van kasgeldleningen ook gebruik worden gemaakt van de kredietlimiet die geldt op de gemeentelijke betaalrekening bij de BNG van 7 miljoen. Hiervoor wordt een bereidstellingsprovisie van 0.04% in rekening gebracht. Bij gebruik maken van het debetsaldo op de rekening courant wordt gerekend met een tarief gebaseerd op de 1-mnds Euribor met een opslag 0,15%.

Renterisiconorm

Deze renterisiconorm houdt in dat in enig jaar niet meer dan 20% van het begrotingstotaal voor herfinanciering of renteherziening in aanmerking mag komen. De renterisiconorm wordt de komende jaren niet overschreden, dit komt door de spreiding van looptijden van de leningenportefeuille.

Ontwikkeling renterisiconorm *€1.000.000

2025

2026

2027

2028

Totale begrotingstotaal

223

222

228

234

Norm 20%

45

44

46

47

Aflossing

17

27

11

11

Renteherziening

0

0

0

0

Ruimte onder de renterisiconorm

27

17

35

36

Rente

De behoefte aan inzicht in de kosten op de taakvelden en de behoefte om de wijze van verantwoorden van rente in de begroting en jaarrekening te harmoniseren, hebben er toe geleid dat in het wijzigingsbesluit BBV is opgenomen, dat de rentekosten aan de desbetreffende taakvelden moet worden toegerekend met behulp van een (rente)omslag. Dit percentage wordt berekend door de totale boekwaarde van de bezittingen te delen door werkelijk betaalde rente. In onderstaand overzicht is een berekening opgenomen voor de begroting 2025. De gehanteerde renteomslag voor de begroting 2025 is 1,5%. De berekende omslagrente voor 2025 is 1,18%. De renteomslag mag 0,5% afwijken van de berekende omslagrente. De berekende afwijking van 0.32% valt binnen deze norm.

Berekening renteomslag ( * 1.000)

Begroting 2025

Externe rentelasten korte en lange financiering

2.947

af: Externe rentebaten

-367

Saldo rentelasten en rentebaten

2.580

Aan taakvelden toe te rekenen externe rente

2.580

Rente over voorzieningen tegen contante waarde (1.5%)

83

Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente

2.663

Berekend % omslagrente

1,18%

Te hanteren omslagrente

1,50%

Berekening renteresultaat

Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente

2.663

Toe te rekenen rente

3.373

Renteresultaat

710

Leningportefeuille

De financieringspositie van de gemeente en de renteontwikkelingen op de kapitaalmarkt wordt nauwgezet gevolgd. Op basis hiervan wordt besloten op welke wijze de financiering (kort en lang geld) optimaal gerealiseerd kan worden. Tevens dient dit te passen binnen de normen, kasgeldlimiet en de renterisico. De gemeente werkt overigens met een systeem van totaalfinanciering. Dit betekent, dat géén relatie gelegd wordt tussen een bepaalde investering en de leningen die worden aangetrokken.

Onderstaand een overzicht van de ontwikkeling van de leningenportefeuille op basis van de liquiditeitsprognose. De basis voor de liquiditeitsprognose zijn de meerjarenraming 2025-2028, de (vervangings)investeringen en het basisscenario van de doorrekening grondbedrijf.

Langlopende leningen t.b.v eigen financiering * (1.000.000)

2025

2026

2027

2028

Verwachte stand per 1 januari

93,5

101,2

123,9

138,8

aflossingen

17,3

27,2

10,9

11,3

Nieuw af te sluiten leningen

25,0

49,9

25,8

25,8

Verwachte stand per 31 december

101,2

123,9

138,8

153,3

Langlopende leningen t.b.v woningbouw * (1.000.000)

2025

2026

2027

2028

Leningsaldo per 31 december

0,0

0,0

0,0

0,0

Uit bovenstaande tabel blijkt dat de omvang van de langlopende leningportefeuille in de komende jaren sterk toeneemt; van 93,5 miljoen per ultimo 2024 tot ruim 153 miljoen eind 2028. Dit wordt veroorzaakt door de omvang van de investeringsprognose in de komende periode waarbinnen de plannen met betrekking tot het investeringsfonds en de nieuwbouw van het CSW Elzenlaan een fors aandeel hebben.

Verstrekte leningen

Verstrekte geldleningen per 31 dec * (1.000.000)

2025

2026

2027

2028

Langlopende verstrekte leningen t.b.v. woningbouw

0,0

0,0

0,0

0,0

Overige verstrekte leningen

10,7

13,0

13,0

12,9

Gewaarborgde geldleningen

Gewaarborgde geldleningen * (1.000.000)

2025

2026

2027

2028

Woningbouw

120,1

107,6

95,2

94,7

Overige verstrekte leningen

10,2

9,3

8,6

8,0

In 2025 wordt de laatste van de langlopende (direct) verstrekte leningen aan Woongoed afgelost (4,3 miljoen). Vanaf dat moment is er ten aanzien van de Woningbouwcorporaties nog slechts sprake van "gewaarborgde geldleningen". De gewaarborgde geldleningen voor met name Woongoed zijn ondergebracht bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw waar deze een getrapt garantieniveau kent waarbij wij als gemeente in derde aanleg deels risico lopen. De overige (direct) verstrekte leningen betreft hoofdzakelijk de financiering van de startersleningen en de verstrekte lening met betrekking tot het Roosevelt Academy fonds. De overige gewaarborgde geldleningen betreffen hoofdzakelijk de afgegeven garanties voor de leningen die afgesloten zijn door het Stadsgewestelijk Zwembad Vastgoed BV en stichting Beheer Schoolgebouwen (Calvijn College).

Schatkistbankieren

In de wet Houdbare overheidsfinanciën (wet HOF) is verplicht schatkistbankieren voor decentrale overheden ingevoerd. Dit houdt in dat gemeenten hun overtollige middelen bij het rijk moeten uitzetten. Hiermee wordt beoogd dat de staat minder geld leent op de financiële markten en de staatsschuld daalt. De verwachting is dat per ultimo 2024 een bedrag van 37 miljoen in de schatkist wordt aangehouden. In 2025 worden deze middelen als eerste aangewend ter financiering van de investeringen die de komende jaren gepland staan.

Download pdf